De lidstaten kunnen de betaling van een vergoeding vereisen voor de behandeling van aanvragen overeenkomstig deze richtlijn. De door een lidstaat opgelegde vergoedingen voor de behandeling van aanvragen mogen niet onevenredig of buitensporig zijn.
Lidstaten die nationale verblijfsvergunningen afgeven met het oog op een hooggekwalificeerde baan, mogen van aanvragers van een Europese blauwe kaart niet vereisen dat ze hogere vergoedingen betalen dan die welke aan aanvragers van nationale vergunningen worden opgelegd.